SYMPOSIUM Archivering van performance: Tussen artistieke poëtica en institutioneel beleid
16 mei 2022, 9u30-18u (CEST), Antwerpen
Georganiseerd door het CKV (Centrum voor Kunstarchieven Vlaanderen), M HKA (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen) in samenwerking met het Onderzoekscentrum voor Visuele Poëtica (Faculteit Letteren, Universiteit Antwerpen)
PRAKTISCH
- Datum: 16 mei 2022, 9u30-18u.
- Locatie: Universiteit Antwerpen – Stadscampus. Grote Kauwenberg 2.
Het symposium vindt plaats in auditorium C 204 (9h30-13h) en R 008 (14h30-18h). - Het symposium is gratis, aanmelden kan hier (aanmeldingen afgesloten)
- Het volledige programma vind je hier / Een verslag van het symposium kan je hier terugvinden.
Meer dan ooit openen musea voor hedendaagse kunst hun deuren voor live performances, niet alleen in hun tentoonstellingen maar ook in hun eigen collecties. Het integreren van kunstvormen die ontstaan vanuit levende lichamen die tijd en ruimte delen, blijft echter boeiende uitdagingen vormen voor zowel kunstenaars als instellingen. De bestaande institutionele infrastructuren zijn voornamelijk ontworpen voor de presentatie en conservering van visuele kunstobjecten. Dit maakt het des te noodzakelijker om de huidige condities voor presentatie te revalueren, wil live performance ooit een blijvende plaats verwerven binnen de hedendaagse kunstproductie en de archivering van artistieke praktijken. Dit symposium brengt kunstenaars, curatoren, wetenschappers, archivarissen en beleidsmakers samen om de complexe vraag hoe live performance gearchiveerd moet worden te benaderen vanuit zowel artistiek als institutioneel oogpunt. Het doel is om verschillende fundamentele spanningspunten die de archivering van live performance in museale contexten kenmerken (zoals tastbare objecten versus belichaamde herinneringen, materiële collecties versus digitale structuren, top-down versus bottom-up beleid, exclusieve contracten versus open-source beheer, enz.) te confronteren met de specifieke vereisten en verwachtingen die de artistieke productie stelt. Door deze aspecten vanuit verschillende perspectieven en verschillende achtergronden te bespreken, wil het symposium de mogelijkheid bieden om na te denken over bestaande methodologieën versus nieuwe vindingrijke mogelijkheden voor het verzamelen en archiveren van live performance.
Het symposium omvat drie paneldiscussies, gevolgd door een keynote lezing door professor Barbara Clausen (Université du Québec à Montréal). Elk panel is gewijd aan een specifiek thema en is samengesteld uit een kunstenaar, een curator en een theoreticus. De panelleden worden uitgenodigd om met de performancepraktijk van de kunstenaar als uitgangspunt een gesprek aan te gaan over enkele van de meest uitdagende aspecten met betrekking tot het archiveren van performancekunst binnen de heersende institutionele kaders.
THE POETICS OF THE ARCHIVE (De poëtica van het archief)
Drie jaar na haar solotentoonstelling Kneuzingen en Glans (2015) contacteerde beeldend en performancekunstenaar Otobong Nkanga het M HKA om samen te onderzoeken hoe haar live performances in de collectie van het museum konden worden opgenomen, op een manier die hun ‘levend’ voortbestaan zou kunnen garanderen. Hoewel musea en archieven steeds meer belangstelling hebben om live performancekunst een structurele plaats binnen hun collecties te geven, wordt performance kunst nog al te vaak in starre formats of reeds bestaande catalogiseringssystemen gedwongen die uiteindelijk de werken van alle leven ontdoen en ze tot gereïficeerde relikwieën maken. Nkanga stelde een vraag die relevant kan zijn voor het archiveren van performance in het algemeen: hoe kan de poëtica van de kunstenaar zijn weg vinden naar de archivale bewaring van werken?
- Otobong Nkanga (artist)
- Dr. Agnieszka Sosnowska (Polish Academy of Sciences, Warschau)
- Chantal Kleinmeulman (Van Abbemuseum, Eindhoven)
THE POLITICS OF ACQUIRING PERFORMANCE (De politiek van het verwerven van performances)
Toen het M HKA de performance Augenmusik (2016) van Katya Ev verwierf, schonk de kunstenaar een kopie van de documentatie van het werk dat ze destijds in Parijs opvoerde, alsook de rechten om het werk opnieuw uit te voeren. Voor het museum vormde de archivering van Augenmusik echter een enorme uitdaging: omdat de performance site-specifiek is, verschillende keren opnieuw werd opgevoerd en gekoppeld is aan verschillende rekwisieten en visuele representaties die de kunstenaar bestempelt als “afgeleide kunstwerken”, was het niet duidelijk hoe ‘de’ performance kon geïsoleerd worden van andere uitvoeringen van het werk. Zowel documentatie als re-enactment lijken de traditionele scheiding tussen archief, collectie en publieke presentatie te ontregelen, wat ook financiële en juridische vragen oproept voor instellingen die dit soort werk willen verwerven. Hoe kunnen we de institutionele standaardinfrastructuren opnieuw vormgeven zodat ze flexibeler worden en beter aangepast kunnen worden aan de bijzonderheden van specifieke artistieke praktijken?
- Katya Ev (artist)
- Louise Lawson (Tate Modern, Londen)
- Dr. Toni Sant (University of Salford, Manchester)
THE ARTIST’S ARCHIVE AS A COLLECTIVE ENDEAVOUR (Het kunstenaarsarchief als collectieve inspanning)
De choreografie Birds (2021) van Seppe Baeyens werd gecreëerd door een groep professionele en niet-professionele performers van verschillende leeftijden die het publiek uitnodigen om met hen in de openbare ruimte te dansen. Participatieve performance en collectieve co-creatie zijn binnen de kunsten wijdverspreide formats aan het worden, waardoor de vraag rijst of de archivering van live performance verder moet gaan dan het vasthouden aan de singulariteit van de kunstenaar of van het werk. Door het archief uit te breiden met een veelheid van stemmen en een pluriformiteit van praktijken kunnen conventionele archiveringsmethoden mogelijk onder druk komen te staan, maar anderzijds kan dit ook het voortbestaan van het werk waarborgen. Hoe kunnen we de archivering van performance opnieuw opvatten als een collectieve inspanning, en in welke mate creëren digitale technologieën nieuwe mogelijkheden in die richting? Hoe kan live (heropgevoerde) performance worden beschouwd als een archivistische praktijk op zich?
- Seppe Baeyens en Martha Balthazar (Leon, Brussel)
- Dr. Annet Dekker (Universiteit van Amsterdam)
- Sezin Romi (SALT, Istanbul)