Ontsluiting van het ICC-archief: een project in ontwikkeling
In het afgelopen jaar heb ik, als een van de laatste studenten van de master-na-masteropleiding Archivistiek en Hedendaags Informatiebeheer aan de VUB, mijn stage en scriptie gewijd aan een bijzondere archiefcollectie in het M HKA: het archief van het Internationaal Cultureel Centrum (ICC), dat actief was van 1970 tot 1998.
De ICC-collectie wordt sinds 1998 bewaard in het M HKA en biedt een rijke inkijk in de activiteiten en impact van het ICC, de kunstenaars die erbij betrokken waren en de maatschappelijke context waarin het ICC opereerde. Mijn stage bij het Centrum voor Kunstarchieven Vlaanderen (CKV) bood mij de kans om strategieën te ontwikkelen waarmee deze omvangrijke collectie – ongeveer 150 meter aan divers materiaal – toegankelijk en bruikbaar kan worden gemaakt voor een breed publiek: van onderzoekers en kunstprofessionals tot geïnteresseerde bezoekers.
Een complex en hybride archief
Het ICC-archief heeft een hybride karakter, wat specifieke uitdagingen met zich meebrengt. De collectie omvat zowel archiefstukken, zoals correspondentie, tentoonstellingsdossiers en jaarverslagen, als documentatiemateriaal, waaronder uitnodigingen en persartikelen. Deze vermenging vraagt om doordachte ontsluitingsstrategieën, vooral wanneer er overlap is met de documentatiecollectie van het M HKA. Daarnaast speelde ik in op vraagstukken rond dubbels en de invloed van eerdere beheeringrepen op de collectie.
Een belangrijke eerste stap was het in kaart brengen van de informatie die de collectie bevat. Dit betekende inzicht krijgen in de organisatorische context waarin de archiefbescheiden zijn ontstaan, de oorspronkelijke ordening achterhalen en de beheerkeuzes na 1998 in het M HKA analyseren.
Scriptie: van strategie naar inspiratie
In mijn scriptie ga ik dieper in op strategieën voor het ontsluiten en beheren van hybride collecties zoals het ICC-archief. Dit onderzoek gaat verder dan technische oplossingen; het legt nadruk op het behoud van de inhoudelijke context bij de overgang naar digitale toegangssystemen. Een centrale vraag is hoe de historische en culturele waarde van de ICC-collectie volledig tot haar recht kan komen, terwijl deze ook mogelijkheden biedt om nieuwe verbanden te leggen met andere collecties en gegevensbronnen.
Hoewel mijn onderzoek specifiek gericht is op het ICC-archief, hoop ik dat de inzichten en praktische handvatten die hieruit voortkomen ook waardevol zijn voor andere musea met vergelijkbare collecties. Door mijn ervaringen en bevindingen te delen, wil ik bijdragen aan een betere toegankelijkheid en bruikbaarheid van complexe archief- en documentatiecollecties binnen de museale sector.
ED